hansvanderlijke.nl

Een dag in juli, in Ierland, in De ‘Burren’, een hoofdstuk uit het reisverslag. De laatste proefdruk is onderweg, deze week kan het boek aangemeld worden bij de boekhandel. Het boek is als de plantjes, bloemetjes, de vormen en kleuren die me in de Burren zo gefascineerd hebben. 

Het leuke gezin tegenover ons trekt mijn aandacht alweer. Zij is met de kinderen naar de keukenruimte van de camping vertrokken met de ontbijtspullen, hij zit in de auto. Ruzie? Al met al wordt mijn hele ontbijtritueel erdoor in beslag genomen, wat meer over mij zegt dan over het gezin want het gaat mij natuurlijk niets aan wat er bij iemand anders aan de hand is, tenminste niet als mensen kamperen en zich anders gedragen dan in mijn plaatje past. Maar toch maakt hij een wat verlaten indruk daar in de auto, ik overweeg om naar hem toe te gaan en te vragen wat er aan de hand is, om te zeggen dat het leven te kort is om ruzie te maken, hoewel ruzie maken op zich gezond is maar laat het niet te lang duren. Anderhalf uur is wel lang met drie kindjes in de buurt. Kindjes verdienen een pap en mam die het redelijk met elkaar kunnen vinden. Het kan ook door vakantiestress komen, daar kan ik over meepraten, dan tellen alle leuke, goede dingen even niet en is het alleen ellende, onvermogen, onmacht en boosheid. Tegen de tijd dat ik mijn ontbijt op heb en mij ergens anders op moet richten, is mam terug met de kindjes, hij stapt uit de auto en het geheel is weer zoals het moet zijn, een gezin met plezier op vakantie en dat nog wel op zo’n bijzondere plek.

De Burren verkennen, staat vandaag op het programma. De weg leidt ons al snel naar een landschap van kalk-zandsteen, woest, kaal en met aan de oceaankant scherpe kliffen. Zoals in Nederland de kust wordt bepaald door duinen en dijken, zand en wad, zo wordt de kustlijn hier bepaald door een onafzienbare vlakte van kalk-zandsteen in allerlei vormen en maten, met holletjes, scheuren, diep en ondiep, met hier en daar wat begroeiing maar meest kaal. We dwalen door dit vreemde landschap en raken niet uitgekeken. Ondertussen stopt er af en toe een bus met toeristen, de mensen worden er hier even uitgelaten, krijgen hooguit 20 minuten de tijd om van dit moois te genieten en worden vervolgens de bus weer in gedirigeerd, op naar het volgende hoogtepunt.

Die 20 minuten hebben wij alleen al nodig om uit de auto te stappen, eerst te blijven staan om alle indrukken te verwerken en om te kunnen bepalen welke kant we op gaan, wat we het eerst van dichtbij willen zien. Net als we denken alles gezien te hebben, verandert het landschap van kleur en vorm zodat we weer een parkeerplek zoeken, uitstappen en het ritueel herhaalt zich, dat gebeurt zeker vier keer achter elkaar. Telkens raken we gevangen door de mooie woestenij, waarin allerlei plantjes, bloemetjes hun best doen om te groeien en waar vorm en kleur met elkaar wedijveren.