Ik zie het echtpaar van vandaag weer zitten, allebei te zwaar, de één met koffie zonder lekkers, de ander met een karamelcappuccino met chocoladecakeje. Ze hebben vast een discussie achter de rug. Wat de dokter heeft gezegd, wat de diëtiste vindt, wanneer de volgende controle is en wat de uitkomsten van het bloedonderzoek zullen zijn.

Hij zit er niet zo mee, slikt trouw z’n pilletjes, een voor z’n suiker, een voor z’n cholesterol en een voor z’n bloeddruk en gezien zijn leeftijd vast ook een voor z’n prostaat. En ach dat beetje overgewicht, wat maakt dat nou uit?
Zij doet haar best om zich te houden aan alle goede leefregeltjes. Dit wel, dat niet, een beetje van zus en een beetje van zo.
Ze volgt ieder hapje dat hij neemt, haar mond gaat telkens een stukje open, zoals bij een baby die je de eerste hapjes voert.
Ze slikt met hem mee en slikt haar chagrijn naar binnen waar het zich omzet in bozige rimpels.
Bij thuiskomst ploft hij lekker in z’n stoel met een tevreden, voldaan gevoel en leest de krant. Zij verdwijnt in de keuken om een verantwoorde, gefrustreerde maaltijd klaar te maken en zoekt ondertussen in de keukenkastjes naar iets lekkers, iets zoets. Maar dat vindt ze niet.Dan stopt ze en schrijft een boodschappenbriefje:

meschain dat ik wat minder deur t leven vlinder
meschain dat ik even wat meer wait heb van donkere doagen
meschain dat ik wat meer twievel over de zin
meschain
zeker dat ik nait stil blief stoan
zeker dat ik tied rekboar moak
zeker dat ik van die hol
zeker