hansvanderlijke.nl

Mijn kleindochter en ik hadden een huiselijke correspondentie. Kleine Ruben van 2 was de postbode. Hij werd van de kamer naar de keuken gestuurd met een tasje met briefjes. Had hij ook meteen iets te doen 

Zwavelstokjes.

Hannah: Wat kan ik doen?
Was ondertekend Hannah Diekstra

Oma:       Schrijf een kerstverhaal van 50 woorden

Hannah: OK. Je ziet het nu op de gele papiertjes.
Lees het en kijk dan op de achterkant van het boekje.

Kerstverhaal

Er was eens een man.
Voor kerst had hij zwavelstokjes nodig.
Van zijn vrouw moest hij ze kopen.
De man werd boos.
Ik? Waarom?
Ik moet dat altijd doen.
Goed dan, ik ga wel,
let jij op de kinderen?
De man wordt nog bozer.
Ik waarom?
Ik moet dat altijd doen!
Goed, dan hebben we een koude kerst!
En dus werd het een koude kerst.
En de man?
Die voelde zich schuldig!
Einde.

Hannah: Het verhaal heeft wel een paar meer woorden dan 50

Oma:       Dat geeft niet. Het is een goed verhaal.

Als Hannah weg is houdt het verhaal mij nog een tijdje bezig.
Wat betekent het? Wie heeft ze als voorbeeld?
Mijn schoonzoon? Mijn dochter?
Opa? Oma?

Of gewoon een verloop van een verhaal gebaseerd op het meisje met de zwavelstokjes?
En het idee dat als je iets wil, dat je daar dan wel zelf iets voor moet doen.
En als je dat niet wilt, dan zijn de gevolgen ook voor je zelf.
En als anderen daar dan de dupe van worden,
dan voel je je schuldig.

Beetje zoals in het echte leven.