hansvanderlijke.nl

Je zal maar prei zijn En liggen wachten In een donkere kelder Tot je kunt doen Waarvoor je gemaakt bent 

Je zal maar prei zijn
En liggen wachten
In een donkere kelder
Tot je kunt doen
Waarvoor je gemaakt bent

De preien van de bio-boer waren te groot voor de koelkast,
dus verhuisden ze naar de kelder,
waar ze het gevaar liepen om vergeten te worden
want in de kelder komen we niet zo vaak.
Ik werd wakker en dacht
aan de preien in de kelder.
Wist niet meer hoe lang ze er al lagen maar
het was tijd om ze die dag te eten,
gebakken met appelringen of sinaasappelschijven.
Misschien waren ze al half vergaan en
zouden de vliegjes mij om m’n hoofd vliegen
als ik de kelderdeur open deed.

En toen kregen de preien ineens zieltjes,
werden ze wezens die ergens lagen
te wachten tot iemand aan ze dacht.
Een hoog zieligheidsgehalte.
Gelukkig waren ze met z’n tweeën,
tweezaam te zijn leek me minder erg dan
in je eentje eenzaam zijn.
En tweezaam komt vaak voor in de natuur,
zo kwam ik bij mijn twee-verzameling.

Toen ik de preien wilde pakken
om ze te bakken,
waren ze er niet meer,
we hadden ze al gegeten.
Ze hadden al kunnen doen waarvoor
ze gemaakt waren.
Een boodschap aan mijzelf,
doe waarvoor je gemaakt bent,
je bent geen prei en
hoeft niet te wachten tot je gehaald wordt.