hansvanderlijke.nl

En dan al weer vroeg uit de veren want
als pensionado heb je geen tijd om met pensioen te zijn.
Er moet met een kleindochter naar de stad gereisd worden.
Er moet weer een keer met het openbaar vervoer gegaan worden.
En als je altijd met de auto gaat is dat even wennen.
Maar kleindochter is inmiddels een ervaren reiziger
en die neemt oma mee op stap.
Naar een nieuwe opleiding.
Niet voor oma deze keer voor kleindocher.
En hoe leuk het is om in de trein te zitten
waar allerlei nostalgische gevoelen naar boven komen.
Staren uit het raam, genieten van de weidse blikken,
de kwebbelende meiden in de stiltecoupé, de jongeren met
hun telefoon en de ouderen (behalve ik) met papieren leesvoer en
de onvermijdelijke controle op onze incheck.
En dan natuurlijk de aankondiging van de stations.
Er is niet veel veranderd.
Alleen bij de aankondiging van de stations wordt
vermeld of je links of rechts uit moet stappen.
En dat deden ze vroeger niet.
We wisten vroeger blijkbaar zelf of we links
of rechts uit moesten stappen.
Maar wat is links en rechts?
Links voor wie of rechts voor wie?
Want als je van de ene kant komt is rechts anders
dan wanneer je van de andere kant komt.
Net als in een zaal met toneel en of je dan van rechts
of links moet opkomen.
Van waaruit gezien?
Vanuit de zaal is rechts links vanaf het toneel en andersom.
Dus hoe beredeneert de omroepster dat in de trein.
Daar ben ik een aantal stations zoet mee.
En ik zie aan de mensen die in en uit stappen wat links of rechts is.
Maar wat als er niemand instapt, hoe weet ik dan welke kant
ik moet uitstappen?
Pas bij station Noord weet ik het.
Je redeneert vanuit de rijrichting van de trein.
We stappen uit op het hoofdstation,
komen op tijd bij de school.
Kleindochter is aangenomen op de nieuwe opleiding.
Wij allebei blij en vieren dat met veel te dure
frappuchino en een veel te duur broodje voor de lunch.
Heerlijk verkwistend en heerlijk gezellig.

(Hans)
Stad Grunnen – bist veur elkenain!
Veur dunnen en veur dikken.
Ik maag die aaid nog geern zain.
‘k Zel die gain ondeugd flikken.
Of kom’k ook enkel mor allaain
om mie te loaten prikken….
ik wil domt weer ’n moal mit train.
’t Zel mien gemoud opkrikken.