hansvanderlijke.nl

Ik heb slechte ogen.
Altijd al gehad, dus niets aan de hand.
Ik weet niet beter dan dat wat ik zie, is wat er te zien is.
Soms zie ik dus ook gevaar waar het niet is en
zie ik geen gevaar waar dat wel is.
Deze boomstronk ligt er al heel lang en pas sinds een paar dagen geleden
zag ik dat het er best gevaarlijk uit ziet.
Een soort dier dat niet het goede met me voor heeft.
Het brengt me terug in de tijd.
Als kind van drie of vier jaar moest ik door de
slaapkamer van mijn ouders naar de keuken.
Dat was trapje op en trapje af want de slaapkamer lag iets verhoogd
omdat er een handige grote kelder onder zat.
Trapje op was geen probleem maar daarna kon ik niet verder want
er lag een grote hond op het bed van mijn ouders.
Ik durfde me niet meer te bewegen en hoe er ook
vanuit de keuken werd aangedrongen dat ik moest komen,
ik verzette geen stap.
Hoe dit verder ging?
Ik zou het niet weten.
In ieder geval sta ik er niet meer dus zal er wel iets gebeurd zijn.
Hoe het met die hond zat?
We hadden helemaal geen hond.
Ik denk dat mijn moeder nog in bed lag, ze had donker haar
en in het halfduister en met mijn slechte ogen, zag ik mijn
moeder niet maar een gevaarlijke hond.
Zo ongeveer want herinneringen passen zich voortdurend aan,
dus niets is zeker.