Die selfie die ik laatste wilde maken, heeft me nog wel bezig gehouden.
Ik bedacht later nog dat er een voordeel aan de anderhalve meter zit als het gaat om de scherpte waarmee ik anderen zie.
En waarvan ik stiekem hoop dat anderen mij dan ook minder scherp zien.
Laatste keek ik in de spiegel bij zacht licht en ik zag helemaal geen rimpels meer.
Tot ik m’n bril opdeed en ik dacht: o, ja…
Al dat rimpel-gedoe brengt me terug in de tijd dat mijn ouders oud waren en mijn kinderen jong.
Ik liep in de gang met mijn jongste en die zag allemaal mensen met ‘streepjes’, veel streepjes en heel veel streepjes.
Haar conclusie was: hoe meer streepjes hoe eerder mensen dood gaan.
Soms is dat ook zo.
Maar ik ben blij dat we als mens geen streepjescode hebben.
Een code waarvan af te lezen is hoe lang je nog hebt te gaan.
Als dat al mogelijk zou zijn, zeg ik: Nou nee laat maar.
Toen we weer in de kamer van mijn ouders terug waren, zag ik haar een uitgebreide studie maken van de gezichten.
Haar zorgelijke conclusie kon ik ter plekke voorkomen door te zeggen dat we nog even naar het dorp gingen.
Buiten kon ze me mededelen dat opa al wel heeeel veel streepjes had en oma wat minder.
Dus…
Uiteindelijk kreeg ze wel gelijk, niet heel veel later is mijn vader overleden op z’n bijna 83e.
Mijn moeder is ook 83 geworden maar die overleed pas 16 jaar na mijn vader.
Zoveel verschilden ze in leeftijd.
Mijn moeder had echter nog steeds niet heel veel streepjes.
(Hans)