hansvanderlijke.nl

Ik loop een lange trap af naar iemand die op mij wacht en aan wie ik een vraag mag stellen.
Ik ga een kamer binnen.
Het licht is er zacht, er branden kaarsen en de kamer voelt heerlijk warm door een houtvuur.
Er is iemand aanwezig die me rust geeft en in wie ik een grenzeloos vertrouwen heb.
Ik aarzel wat met m’n vraag, alsof ik slechts één vraag mag stellen.
Ik weeg af, peins en uiteindelijk breng ik zacht en weifelend m’n vraag naar voren:
Ben ik werkelijk de moeite waard om te leven?
De vraag klinkt mezelf gek in de oren, een beetje dom maar toch is het erg belangrijk voor me om er een antwoord op te krijgen.
De stem die antwoord is zacht en vriendelijk.
Wie zich afvraagt of hij of zij de moeite waard is, is de moeite waard om te leven.
Ook wanneer je faalt ben je nog steeds de moeite waard.
Denk maar eens aan een kind dat valt omdat het nog niet zo goed kan lopen.
Van een kind denk je ook niet dat het nu nooit zal leren lopen.
Ook in je verdriet, ellende, onvermogen en machteloosheid ben je de moeite waard.
En wanneer er niemand is die je kan troosten, troost dan jezelf, sla je armen om je heen en huil.
Het wordt stil.
Ik blijf nog een poosje staan, koester me in de warmte van de kamer.
Dan ga ik weg, doe de deur zachtjes dicht en vraag me af wie die persoon toch kan zijn.
En toen en toen werd alles groen
en mooi en zacht
want de lente was in aantocht net als nu
en jij kwam in mijn leven
het lijkt als de dag van gisteren
al is het 44 jaar geleden.