hansvanderlijke.nl

En dan in de ochtend even staren.
Dat staren gaat me goed af.
Ik werd er vroeger nogal eens mee geplaagd.
Dan vond iemand het leuk om mij te laten schrikken.
Aangezien ik nogal schrikachtig ben, was het altijd prijs.
Inmiddels is er niemand meer in mijn buurt die ‘Boeh’ roept.
Of met de handen voor mijn ogen heen en weer zwaait en vraagt of ik er nog ben.
Dus kan ik lekker blijven staren naar de dampende koffie en thee.
Naar het grote Iets daarachter.
Het grote Iets dat kan transformeren tot het grote Niets.
Dit kan zomaar zolang duren tot de dampen zijn gestopt.
De koffie koud geworden is.
De thee ook.
Ik snel alles achterelkaar opdrink en met de dag verder ga.
Dat betekent dat ik een plan van de dag maak.
En dat betekent weer dat ik veel naar de lucht kijk.
Wat voor weer wordt het vandaag.
Welke activiteit past bij dit weer.
Nou hebben we dit voorjaar volgens mij een nogal veranderlijk weertype.
Bijna elke dag kan er een bui vallen en met alle voorspellingen, weet je toch net niet precies waar en wanneer ze vallen.
Dus worden mijn plannen steeds minder afhankelijk van het weer.
En doe ik steeds meer en meer wat ik zelf het beste vind.
Mijn vader zei het vroeger al:
Goa doe nou mor dien aigen gang.