Een keer per week zo ongeveer, komt er 85 centimeter
ons huis binnen en ineens is het huis te klein.
Tot de dag ervoor was het best groot ..
In ieder geval groot genoeg.
Groter qua vierkante meters dan de gemiddelde Nederlander
tot zijn beschikking heeft.
Het is maar dat je het weet.
Dus ruimte zat…
Tot die 85 centimeter erbij komt.
Dan gaan we verbouwen.
Het begint al bij de achterdeur.
De ‘hal’ is bijna te klein voor de wandelwagen die
er ineens bij komt.
De kleine tafel in de voorkamer moet leeggeruimd.
Dienblad met kaarsjes en het kleedje verdwijnen naar
het leestafeltje.
De afstandsbedieningen moeten op een speciale plank in de
boekenkast…
Dan gaat de tocht naar de grote kast in de slaapkamer.
Daar staan de opberglades met speelgoed.
Het keukentje, de duplo en de blokken.
Alles moet mee naar de woonkeuken.
Ook het opstapkrukje natuurlijk niet vergeten.
Dan moet de kinderstoel omgebouwd worden tot
tafeltje en stoeltje… handig!
En moet er ruimte gemaakt worden voor al die spullen.
Doen we!
Daarna wordt er druk ‘gespeeld’.
Spullen gaan van de woonkeuken naar de voorkamer.
Bordjes, bestek, taartjes, ijsjes, pizza, gebakken eitje, alles
krijgt een plekje op de tafel daar en dan…
mag oma komen eten.
En dat doet oma graag.
Net als met duplo spelen.
Voor het middagdutje past het bedje precies tussen oma’s bed en de dressoir
op de slaapkamer.
En als de 85 centimeter weer naar huis gebracht is…
Dan komen opa en oma thuis en ‘verbouwen’ alles weer in de
oude staat en liggen om half tien in bed.
Tot de volgende keer…
(Hans)
Komen en weer gaan.
Dagen met die kleine dingen
en het eerste liedje zingen
zijn een onbedoelde zoen
zijn het dankjewel van toen.
Zijn de dagen als geborgen
zijn de dagen zonder zorgen
zijn ze wat ze moeten zijn
voor het groot en voor het klein.
En de lach maar ook het traantje
door de wandel langs het laantje
hoef je niet meer te weten
mag je dadelijk vergeten.
Want we komen zonder zorgen
denkelijk misschien al morgen
samen met jou door de laan
van het komen en weer gaan.