hansvanderlijke.nl

Ik mag graag lopen.
Of ik noem het ook wel wandelen.
Een wandeling maken, een wandeltje doen.
Dat laatste is meestal met een klein-kind.
Maar wandelen of lopen geeft mij het gevoel dat ik
contact maak met de wereld.
En dan even niet de wereld in mijn hoofd maar
de wereld onder mijn voeten.
Dat is ook één van de dingen die ik van onze reizen
meeneem.
Ik wil altijd veel wandelen en lopen in de nieuwe omgeving.
Het maakt niet uit of het in een dorp, stad of in de natuur is.
Wandelen in een voor mij nieuwe stad is ook voelen met
hoe de stoepen zijn, de huizen , de tuinen, de bomen,
de mensen en de kinderen die je tegen komt.
Het maakt dat je een beeld tot leven brengt.
Zo droomde ik over een wandeling ergens over een stoep.
Over de stoeptegels die één voor één onder mijn voeten doorschuiven.
Alsof ik op een lopende band loop.
Ik zie niet hoe ik de tegels achter mij laat en ik zie ook niet
hoeveel tegels zich nog vóór mij bevinden.
Want ik kijk naar boven naar de lucht.
En naar de kastelen die daar gebouwd zijn en
gebouwd worden.
Luchtkastelen.
Mijn luchtkastelen.
En zo waar herken ik er een paar.
Het zijn de lieflijke kleine kasteeltjes in het groen.
Sommige hebben wat onderhoud nodig.
Andere verdienen het om bewoond te worden.
En allemaal verdienen ze het om gezien te worden.
En ik ben de aangewezen persoon daarvoor.
Misschien dat ik daarom zo graag loop.
De grond graag onder mijn voeten voel en ondertussen
af en toe even naar boven kijk.
Naar mijn kastelen.
Mijn luchtkastelen.

(Hans)
Zij ziet ze waarachtig bij velen.
De lucht biedt een klucht vol
kastelen
waarmee valt te delen en spelen.
Iets wat je misschien wil geloven.
Een vlucht naar die wereld van
boven.
Een komen en gaan door het
ruisende dal.
Een zucht door de lucht van een
hemels heelal.
Zij weet wel van hoe te verpozen