hansvanderlijke.nl

Ze zat er wat alleentjes bij maar ze zat er wel.
In het koffie- en theehuisje in de winkelstraat.
De wandelstok had een plaatsje gekregen op de stoel naast haar.
De kaart wilde ze niet, ze wist zo wel wat ze wou.
Koffie met iets erbij.
Dat iets erbij was het eerste dat de serveerster noemde.
Daar hoefde ze dan verder niet over na te denken.
Op het tafeltje lag een pen en een blocnote.
Hier kon ze haar gegevens invullen.
Daar had ze nog nooit van gehoord.
Hoezo gegevens invullen als je graag koffie met iets erbij wilde hebben?
De serveerster legde het geduldig uit.
Dat het was vanwege Corona enzo.
Daar had de vrouw wel van gehoord maar daar deed ze niet aan, zei ze.
De serveerster moest het formuliertje maar invullen als dat moest.
Haar handen waren een beetje trillerig en schrijven ging wat moeizaam.
Haar naam wist ze wel.
Haar telefoonnummer, wist ze zo niet.
En een e-mailadres?
Daar had ze nog nooit van gehoord.
Of ze een computer had.
Nee die had ze niet.
Nou dan was het zo ook goed, volgens de serveerster.
De koffie met appeltaart kwam er snel aan.
Ze genoot er zichtbaar van.
Misschien al die lastige vragen al weer vergeten.
Of toch niet helemaal?
Af en toe schudde ze met haar hoofd.
Maar dat kan ook ouderdom geweest zijn.
Ondertussen genoot ik van mijn koffie met brownie en keek ik naar mijn lief.
Een beetje zorgelijk, dat wel, want niemand weet hoeveel tijd je no samen hebt.
Daar moet je niet aan denken, zegt men dan.
Maar mijn gedachten gaan hun eigen gang, die voelen zich vrij.

(Hans)

Ik hoor bij de bejaarden.
Dat wil nog niet zo aarden.
Maar ondertussen groei ik krom
van dit en dat en ouderdom
en tracht dat te aanvaarden.