hansvanderlijke.nl

Er lopen vandaag niet veel mensen.
Misschien lopen ze wel maar niet daar waar wij lopen.
We komen er maar drie tegen.
Het is ook kil, grijs en een beetje mottig.
Zelfs met handschoenen aan en muts op, is het niet erg warm.
Bovendien hechten de motregendruppeltjes zich aan mijn brillenglazen.
Daardoor wordt de wereld nog kleiner en waziger dan dat het al is.
Wel wordt de score drie boten, dat maakt de wandeling weer mooi.
Vanuit de rust langs het kanaal, lopen we het lawaai van het parkje in.
Hiet worden wilgen geknot.
Dat ziet er altijd een beetje zielig uit, vinden wij.
Wat met zoveel kracht is opgebouwd, wordt met nog meer kracht afgezaagd.
Het knotten doet me denken aan beknotten.
Ik voel me beknot in mijn vrijheid.
In de winkels weer mondkapjes.
En hier en daar de Qr code.
En dan ook nog identificatie.
Je moet het maar net allemaal bij je hebben.
En georganiseerd als ik ben, heb ik dat ook nog.
Voor ons allebei, dan weet ik zeker dat het goed komt.
Maar die wilg dus die geknot wordt en ik
die zich beknot voelt.
Ondanks dat gevoel zowel voor de wilg als voor mijzelf,
zie ik het nut er van in.
Wilgen die niet geknot worden, kunnen door de steeds zwaardere
takken, de last niet meer dragen en doormidden breken.
Dat is net een beetje als met de beknottende maatregelen.
Doen we het niet dan wordt de zorg steeds lastiger en
kan het gebeuren dat er mensen sterven terwijl dat niet nodig was geweest.
Dus: de wilg maakt weer nieuwe takken en doet z’n best.
Ik accepteer de maatregelen en doe ook m’n best.

(Hans)
We worden allemaal beknot.
Ik moet er echt van op de pot.
En dan ook nog tot mijn verdriet
past me dat potje weer eens niet.
Het houdt mijn achterste omklemd
en ik zit ook nog zonder hemd.
Wat een ellende ten gevolge van corona.
Wat een terugslag- wat een tijd van desdemona.