hansvanderlijke.nl

We hebben onze caravan weer eens op een totaal fout plekje staan.
Niet omdat dat plekje zo fout is.
Het is eigenlijk een heel mooi plekje.
Maar als het na de regen weer droog is, regent het bij ons nog rustig een uurtje anderhalf door.
En net als je denkt dat de laatste druppels nu wel uit de bomen naar beneden zijn gekomen,
komt er nog weer een roffeltje.
En na dat roffeltje druppelt het er ook nog vrolijk op los.
In mijn halfslaap droom ik gedachten die soms een geheel vormen maar
net zo vaak zijn het fragmenten die niet zoveel met elkaar te maken hebben.
Alleen dan dat ze zich in mijn hersenen gevormd hebben.
En dat er dus ergens een herinnering, een beleving, een associatie is van waaruit ze boven komen drijven.
En net als ik denk dat ik wel wakker genoeg ben komt er nog eentje naar de oppervlakte,

Het gaat over de e-bikes, waar we maar geen parkeerplaatsje voor vinden.
Hans heeft als eerste een goed plekje gevonden.
Ik ben nog zoekende.
Elk mogelijk plekje dat Hans aanwijst, wijs ik af.
Het is voor een uitrit.
Voor een winkelruit.
Teveel op de stoep.
Of gewoon geen goed plekje.
Hij steekt z’n tong uit als ik weer een mogelijkheid afkeur.
Dat vertel ik enthousiast aan iemand.
Ik vind het grappig dat iemand de moeite neemt om naar mij zijn tong uit te steken.
Dat is toch houden van?
En uiteindelijk komt die fiets van mij op het allermooiste plekje te staan.
Vind ik.
En Hans gunt het mij.
Dat is houden van.

(Hans)

Ik wist niet wat een e-bike was.
Dus moest ik dat weer vragen.
Ik loop steeds vaker uit de pas.
Het wil me vaak niet dagen.
.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.
Een e-bike – ik word kierewiets…..
“Dat is dus doodgewoon een fiets.”