hansvanderlijke.nl

We zijn deze zomer met regelmaat op stap geweest.
Kleine campings.
Het weer was wat het kan zijn in ons land.
We hebben nachtvorst gehad.
Zijn verbrand in de April zon.
Er was soms heel veel regen maar dan zaten we binnen.
Soms was het even heel warm maar dan fietsten we buiten.
Soms was het droog en dat vonden we fijn.
Soms waaide het hard en dat was leuk fietsen met de e-bike.
Soms stormde het even en toen waren we net dichtbij zee, super!
En toen we ongeveer dachten nu is het mooie weer op,
werd het toch nog een beetje nazomer en daar genoten we
ook nog weer van.
En toen werd ik wakker in de caravan en dacht ik:
Vandaag gaan we naar huis.
Een soort verlangen naar een bekend ritme in een vertrouwde omgeving.
Had ik een droom over thuiskomen?
Een droom over een weerzien?
Ik had een droom maar de beelden zijn er niet meer.
Het gevoel wel, het leek op heimwee.
Misschien kwam het wel door de blaadjes die in steeds groter getal vallen.
Elke ochtend op weg naar het toiletgebouw lagen er meer.
Een teken dat het kampeer seizoen voorbij is.
Dat de zomer nu echt voor bij is.
De zomer dan wel maar het leven niet.
Dat gaat gewoon door.
Met verjaardagsfeestjes in het verschiet.
Jarige kleinkinderen.
Jarige nichtjes.
Jarige zelf.
Jarige mensen die er niet meer zijn.
Herinneringen aan voorbije dingen.
En er moet nog steeds as worden verstrooid van een dierbaar iemand.
Ook dat besef is er vaak: dat het ineens zomaar voorbij kan zijn.

(Hans)
Wat is het mooi om vrij te zijn.
Wat is het mooi om Wij te zijn.
Te leven en beleven.
Nog eventjes een herfstig lied.
De winter al in het verschiet.
Voor je het weet is ’t weer April.
De tijd staat geen seconde stil.