hansvanderlijke.nl

Iemand vroeg aan mij hoe ik de stukjes die ik schrijf bedenk.
Het grappige is dat ik ze niet zelf bedenk.
Ook niet iemand anders trouwens.
Ik schrijf ze niet over.
Ze bestaan niet voor ik ze schrijf.
Ze dringen zich aan me op, lijkt het wel.
Een woord, een beeld, een gedachte, een uitspraak van iemand of soms van mezelf.
Iets wordt aangeraakt.
Dat is niet nieuw.
Ik heb dagboeken vol geschreven.
Dromenboeken vol geschreven.
Ik schrijf nog steeds ook de dromen op die me raken of die me bezig houden.
Niet zo intensief meer als eerder.
Dromen doe ik nog elke nacht, alleen weet ik er de volgende ochtend niet veel meer van.
Dat stelt me deels gerust want mijn heftigste dromen had ik vaak in heftige periodes in mijn leven.
Dat is nu veel rustiger.
Of dat een goed teken is?
Dat weet ik pas na een aantal jaren als ik weer terug kijk naar deze tijd.
Ook dat geeft rust.
De dagboeken voorzien in het bijhouden van de diepste gevoelens.
Die verkondig ik niet elke dag aan iedereen.
Wees daar blij om want soms is het einde zoek.
Als ik soms teruglees wat ik allemaal heb geschreven dan vind ik daar zelf al weer heel wat van.
En dat is lang niet altijd positief.
Ik werk dus nog aan een verklaring van sommige aantekeningen.
Alvast even in het voren.
Hoe mijn nabestaanden mij moeten lezen.
Voor het geval ze dat zouden doen.
Nu zelf de censuur toepassen vind ik niet toepasselijk.
Ik ben er immers nog en wat ik ook geschreven heb, het was toen belangrijk.
Net zo belangrijk als de behoefte om de dag van nu samen te vatten in woord en beeld.

(Hans)
Schrijven is- wat leven is…
De som van een belevenis.
Is in wat leeft…
Is in wat streeft…
Is bitter- zout- of honingzoet.
Geeft ingang soms tot je gemoed.