hansvanderlijke.nl

Ik kijk naar beneden.
Dat is niet bijzonder want dat doe ik wel vaker.
Net als iedereen, denk ik.
Je kunt immers niet de hele dag met de neus in de wind lopen.
Wat trouwens ook weer zo’n uitdrukking is waar je weer over kunt schrijven.
Want: waarom zou dat niet kunnen en welke wind wordt hier bedoeld?
Naar beneden kijken loont.
In onze arme tijd keek ik ook vaak naar beneden.
Niet uit schaamte maar omdat ik hoopte geld te vinden.
Tja, waar je al niet mee bezig kunt zijn in arme tijden.
Maar dat het loont is wel een feit.
Ik vond een keer een vijfgulden munt, die we ter plekke omgezet hebben in ijsjes.
Ik vond ook een keer een pakje shag met een restje tabak en een biljet van tien gulden.
Dubbel geluk dus want ik rookte toen nog.
Tja en dat in die arme tijd.
Laatst vond ik bij onze geparkeerde fietsen allerlei muntstukken in het grind.
In totaal wel vijf Euro.
Ook nu ik niet meer arm ben, vind ik het nog altijd leuk om iets te vinden.
Ik zet het niet direct meer om in ijs en al helemaal niet meer in tabak.
Het blijft in de knip tot ik ergens kom waar ik niet kan pinnen.
Dan gaat het meestal toch weer om ijs onderweg.
Maar dan die code op een klein vierkant plakkerig papiertje.
Waar komt die vandaan?
Wat betekent het?
En moet ik er iets mee?
Een kleine zoektocht leert mij veel.
Alleen niet hoe de code op mijn vloer is beland.
Vreemde code…

(Hans)
’t Is de geheime code van de
o zo snode winden.
Die fluisteren dat niets meer is
dat luistert naar betekenis.
En dat er echt geen lettergreep
van is te vinden.