Op mijn bureau liggen nog vijf hoestsnoepjes.
Ze doen me denken aan de tijden van roken, dat ik
me voornam om maximaal vijf sigaretten per dag te roken.
Dat zou voor je longen acceptabel zijn.
Waar die wijsheid vandaan kwam?
Ik heb geen flauw idee.
En die uitspraak brengt me bij kleindochter.
Het is haar antwoord als ze iets niet weet en waar ik
grote moeite mee had.
Niet omdat ze iets niet weet natuurlijk maar die
uitspraak komt op mij over als: Het interesseert me geen bal.
Nou dat is dus niet zo.
Toen ik haar er op aansprak keek ze me zeer verbaasd aan.
Natuurlijk interesseert het me wel, zegt ze, ik weet het alleen niet.
En dat zet mij weer even op een recht spoor:
Niet zelf bedenken wat iemand bedoelt maar altijd even checken of het klopt.
Daar kun je dan weer leuke zinnen van maken:
Is dat wat ik denk dat je bedoelt ook dat wat je bedoelt?
Voorbeelden zat dat er hele andere bedoelingen uit voortkomen dan wat
jij hebt gedacht.
Dus toen we samen op de bank wat dingetjes aan het uitzoeken waren
en ‘ik heb geen flauw idee’, weer eens om de hoek kwam kijken,
schoten we allebei in de lach.
Maar nu die vijf snoepjes: de klachten houden nog steeds aan
en mijn lief zegt dat ik maar eens naar de dokter moet.
Ik vind dat echt niet nodig want verkoudheid, ook al is het ernstig,
moet toch echt met rust, een paracetamolletje tegen pijn en een snoepje
voor de keel, overgaan.
Dat stond zelfs nog in de krant van de week.
En was het vroeger niet zo, dat als het gedrukt staat dat het dan ook wel waar
zou zijn?
Het wachten is op betere tijden, wat zonniger en wat warmer, hoewel het in
januari eigenlijk niet zo warm mag zijn.
Deze ochtend haalde ik in een sneeuwjacht de krant uit de bus en
dat is bepaald niet uitnodigend om met wrakke luchtwegen een
fikse wandeling te maken.
Nog vier snoepjes te gaan en de afweging:
Koop ik nog een zakje of moet ik het er zonder doen.
Misschien toch een kleine wandeling naar de winkel.
(Hans)
Het is geen ja- het is geen nee.
Het is geen koffie en geen thee.
Het is geen ach- het is geen wee.
Geen Lutjebroek- geen Zierikzee.
Wat is het wel?
Het is een spel!
Het is nemen- het is geven.
’t Is de hele santenkraam.