hansvanderlijke.nl

Het is 7.45 wanneer ik op de wekker kijk,
de slaap verdwijnt als op afspraak en ik doe een lichtje aan en zeg: het is 7.48 (inmiddels).
Hans antwoordt: ik wou dat ik 48 was.
Ha, dat wou ik ook wel want dan was ik 36.
Joepie wat een heerlijke sprong terug in de tijd.
De ernst van de dag is nog niet begonnen.
We fantaseren nog even door.
In 1948 was ik 5, zegt hij.
Ik -7, zeg ik.
Het zou nog 12 jaar duren voor we een kans gehad zouden hebben om elkaar tegen te komen.
Maar toen het eenmaal zover was, had je de poppen aan het dansen.
Een bijzondere uitdrukking in ons geval want we hebben elkaar voor het eerst ontmoet op dansles.
Dat brengt we bij het liedje: Ik stond laatst voor een poppenkraam…
En dat is zoals het leven af en toe voelt.
Een poppenkraam, waar de poppen bij afwezigheid van de poppenkoopman allemaal zus of zo doen.
Ik kon daar vroeger echt de zenuwen van krijgen omdat ik vanwege de stress
(dat woord kende ik toen niet) niet zo snel kon bedenken wat ik de anderen moest laten doen.
Nu zou ik het wel weten.
Ik zou ze de meest gekke dingen laten doen, onmogelijke houdingen laten aannemen of ingewikkelde dansjes laten doen en daar dan vreselijk om lachen.
Maar ja… dansles is geweest, de poppenkraam zing ik niet meer en niemand doet precies wat ik ze wil laten doen.
Het is wel fijn dat ik ook geen pop meer in een kraam ben en mijn tijd zelf een beetje kan indelen.
Inmiddels is het 8.09, tijd om de dag te beginnen want bij alle vrijheid hebben we het nog nooit zo druk gehad.