hansvanderlijke.nl

We fietsen veel door landerijen, oude dijken, eenzame weggetjes en smalle fietspaden.
Voor de zekerheid neem ik dan ook altijd wat eten en drinken mee.
Brood met pindakaas, water, koude thee(kamille-gember) en een appel.
Vooral voor mijn lief moet ik zeker extra meenemen want dat is een echte innemer onderweg.
Vier boterhammen extra is niks.
En dan hebben we ook al lunch gehad met gebakken eitjes en natuurlijk een ontbijt met drie boterhammen en fruit.
Om te voorkomen dat we omkomen van de honger, heb ik van alles in de fietstas.
Maar soms zijn die broodjes pindakaas niet echt aantrekkelijk.
Zeker niet als er ineens een rustpunt opduikt.
De eerste sla ik altijd over want die komt te vroeg op de tocht.
Bij de tweede denk ik: mmm nu stoppen want misschien komt er niets meer.
Denkend aan de broodjes in de fietstas, fiets ik door want anders blijven die broodjes over.
Maar dan…
Een derde rustpunt.
Ja en driemaal is … enzovoort.
Dus fietsen we de 250 meter extra en komen bij een prachtig rustpunt.
Het is een geitenboerderij met een soort zelfbedieningswinkeltje erbij.
Er is van alles te koop.
Natuurlijk koffie en thee maar ook fris, koeken, chocolade, geitenkeutels (drop), bier, kaas, geitenmelkzeepjes, snoepjes en kleine zakjes chips.
Wat een drukte aan producten daar.
En ik heb contant geld bij me voor onderweg als we niet kunnen pinnen.
We gaan ons helemaal te buiten want we hebben er inmiddels al heel wat kilometers op zitten.
Koffie, koek en ieder een zakje chips kauwen we zo weg.
Ik neem dan ook nog een stuk geitenkaas en een zakje geitenkeutels mee.
Superleuk en lekker.
Ik weet niet wat ik leuker vind: de rustpunten of het fietsen.
Gelukkig horen ze bij elkaar.

(Hans)
We weten het best wel te fiksen
om heel de dag fietsend te niksen.
en zullen wellicht niet vergeten
ons lichtelijk te overeten.
Zo zijn we de ganse dag flink aan de haal.
Dat sterkt ons moreel…. en dat is de moraal.