hansvanderlijke.nl

Ik ben een slechte ruziemaker.
Dat wil zeggen: ik kan goed ruzie maken maar
kan er niet zo goed tegen dat de ander dan ook ruzie met mij maakt.
Eigenlijk moet voor mij ruziemaken een eenzijdig gebeuren zijn.
Dat valt niet mee want voor ruzie heb je meer dan één persoon nodig.
Nou ben ik gelukkig wat rustiger en wat bedaagder geworden.
Ik denk twee keer na voor ik iets zeg waarvan ik denk dat het niet zo goed zal uitpakken.
Soms denk ik nog meer dan twee keer na, dat ligt aan het onderwerp.
Niet dat we veel ruzie maken, eigenlijk maken we helemaal geen ruzie meer zoals we dat vroeger deden.
Met ruzie bedoel ik dan hoge stemmen, tranen, slaande deuren en één keer een kapotte beker op de grond. Sinds die ene keer zeiden de kinderen altijd: jij gooide altijd bekers stuk als je boos was.
Nee nu geen hoge stemmen, slaande deuren en kapotte bekers.
Wat wel?
Opgetrokken wenkbrauwen, een nachtje er over slapen (of wakker liggen), diep ademhalen, nog een keer diep ademhalen en vooral ook argumenteren, redeneren, schouders ophalen en weer verder gaan met wat je aan het doen was.
Het bevalt prima zo.
We hoeven het niet altijd met elkaar eens te zijn.
We hoeven elkaar ook niet altijd te begrijpen.
We kunnen wel ons best doen om naar elkaar te luisteren.
Elkaar te respecteren en voor de rest vooral een beetje lol hebben.
Als dat niet kan dan liever ruzie op z’n tijd.