hansvanderlijke.nl

Onze rondjes Appingedam zijn een heerlijke gewoonte geworden.
Je hoeft je nooit af te vragen waar we nu eens zullen wandelen en
ook niet wanneer.
Na de lunch doen we ons rondje.
Het enige waar we op hoeven te letten is waar de wind vandaan komt
en of we dan linksom of rechtsom gaan want langs het kanaal
met een koude tegenwind willen we liever niet.
Af en toe geven we ons een opdracht om op zondag ergens anders te gaan lopen.
Dat is dan weer een heel gepuzzel want waar dan?
Moet het een open landschap (lees zee of wad) zijn of meer besloten (lees bos) worden.
Sinds we in Appingedam wonen wordt het vaker zee of wad dan toen we op de ruimte woonden.
Toen was de tegenhanger van de ruimte om ons heen, het zoeken naar beschutting, dus bos.
Vandaar de wandeling naar punt van Reide of mooier gezegd naar Fiemel.
We waren niet de enigen want de zon scheen dus ook in Fiemel was het reuzedruk.
Dat betekent in Fiemel dat we niet alleen op de dijk liepen maar dat er hier en daar ook anderen liepen.
Het enige kleine buitje van de dag viel op het moment dat we op de dijk liepen.
Open landschap dus niet meer beschutting dan die van de dijk als je onderlangs loopt.
Dat was voorbestemd want als beloning kregen we een zeehondje te zien die pas opviel toen hij (of zij) zich bewoog.
Als op afspraak werd het ook al weer droog en er zijn die dag heel wat mensen langs gelopen zonder hem (of haar) te zien.
Wij wel.