Ons lieflijk stadje staat behoorlijk op z’n kop.
Ik denk dat we tijdens onze ‘normale’ wandeling langs vier bouw- en sloopprojecten lopen.
Als we een andere route lopen ook, dus dat maakt niets uit.
Aan de ene kant is het goed dat dit gebeurt, aan de andere kant is het heel onrustig.
Net alsof onze stad niet goed genoeg is, niet voldoet aan wat je mag verwachten.
En dit is nog maar de buitenkant.
Wat er zich binnen afspeelt zie je niet en weet je niet.
Al die panden die nog versterkt moeten worden.
Alle mensen die nog moeten verhuizen en terug verhuizen.
Buurten en buurtjes die uit elkaar getrokken worden.
Al die mensen die maar wachten en wachten tot er iets meer duidelijkheid komt.
En dan die onbegrepen acties over geld dat aan te vragen is maar dan toch
weer niet voor iedereen of dan weer wel.
Offertes die ingeleverd moeten worden om in aanmerking te komen voor dit
of voor dat.
En dat allemaal naast alle formulieren die je ‘normaal’ al moet invullen,
inleveren enzo.
En dan te weten dat de overheid eigenlijk alles al wel van je weet en dat
er met eenvoudige systemen meer duidelijkheid gegeven kan worden.
Als je in postcodegebied zusofzo woont is dat toch bekend?
Als jou huis nog geïnspecteerd moet worden omdat het in gebied zusofzo staat
is het toch niet nodig dat er dan eerst weer een aanvraag gedaan moet worden.
En als er meer gas gewonnen moet worden waarom dan niet beginnen
met hoe de gevolgen worden opgelost maar wel melden dat het niet anders kan.
Alsof het aan onszelf ligt dat we hier wonen en wij onze goede wil moeten
tonen zodat er gas uit de bodem gewonnen kan worden.
Ik zou me daar nog in kunnen vinden denk ik als alle opbrengsten
al die jaren ten gunste van onze provincie waren besteed.
Als wij in de meest luxe provincie van het land zouden wonen.
Met de beste voorzieningen, scholen, gezondheidszorg, huizen enzo.
En dat allemaal onder de vriendelijke ogen die uitkijken over de weilanden en het Eemskanaal.
O.k. het zijn bouwlampen maar toch stralen ze en dat blijven wij ook doen.
(Hans)
Langzaam bij de strot gegrepen.
Zestig jaren uitgeknepen.
Zestig jaren aan het gas.
Wie kwam dat het meest van pas?
Handig wel- zo’n hebbeding!
Handig zo het gaat en ging.