hansvanderlijke.nl

Ik kan merken dat het dit jaar veel rustiger om me heen is dan andere jaren.
Daarin zal ik niet de enige zijn.
Zoals ik nergens mee de enige ben.
Hoezo uniek?
Maar met die rust ben ik wel een beetje klaar.
Blijkbaar ben ik nu wel uitgerust.
Het Pinksterweekend was met de afstand die we hielden ook veel rustiger dan anders.
Geen nachtbrakerij, hoewel er hier en daar wel iemand moest braken maar dat kan altijd een keer gebeuren…
Het weer werkte natuurlijk ook niet mee.
We zaten meer in de eigen caravan of voortent.
Maar het feit dat er familie vlakbij is, geeft toch het nabijheid-gevoel.
Andere jaren (behalve 2020) had ik een paar dagen nodig om bij te komen.
Al die mensen, al die gesprekken, al die herinneringen, die voor verwarring kunnen zorgen, het moest daarna allemaal verwerkt worden.
In ieder geval door mij.
Ik verlangde naar de rust.
Dit jaar niet.
Het bankje midden in het veld was andere momenten een oase geweest.
Nu vind ik hem er maar eenzaam staan.
Uitnodigend om hem gezelschap te gaan houden.
Zelfs het paadje er naar toe is gemaaid.
Maar ik verlang nu steeds naar de drukte.
Naar een kring van bankjes waar dan ook allemaal mensen op zitten.
Mensen die ik goed ken.
Kwebbelende, kabbelende stemmen.
Stemmen waarvan je met je ogen dicht weet van wie ze zijn.
Soms zelfs dat je weet wat ze gaan zeggen.
Zelf kun je dan bepalen of je luistert of meekabbelt, babbelt en kwettert.
Een sessie die eindigt met de slappe lach, vooral in de nacht dat het eigenlijk stil moet zijn.
Dit jaar was het stiller dan ooit.
Ik hoop dat ik volgend jaar weer eens niet kan slapen van de herrie.