hansvanderlijke.nl

Soms begint onze wandeling met een hoop gekheid.
Vooral als er veel lawaai om ons heen is,
wat het geval is als we langs de Campus in aanbouw lopen.
De herrie van de heimachines nodigt uit, daagt uit, tot het zelf maken van herrie
en dat doen we niet (meer).
We schreeuwen nog wel eens als we onder een viaduct doorfietsen,
maar dat terzijde.
Dus mijn lief wandelt in een stief tempo aan de herrie voorbij en
ik ‘ren’ er achteraan omdat ik hem anders niet bij kan houden.
Dou nait zo dom, zegt hij en probeert me uit te kietelen.
Ik ren weg en struikel over zijn schoenmaat 43.
We liggen er bijna met z’n tweeën.
Dat zou pas sensatie geweest zijn,
zo lenig zijn we ook niet meer,
dus dat was een beste smak geworden, denk ik.
Daarna gaat het gesprek over wie van ons de domste is en
dat de ander dan nog dommer is om met zo’n dom iemand
om te gaan en daar dan ook nog van te houden.
Lekker melig allemaal aan het begin van de 9 kilometer.
Misschien is er een verband?
We zullen het nooit weten.
Morgen gaan we weer.