hansvanderlijke.nl

Voor de school van onze kinderen, schreven we musicals.
De kinderen mochten zelf bedenken wie ze wilden zijn en
wat ze in ieder geval wilden doen of zeggen.
Iedereen kon daar wel wat mee.
Zo was er een klas vol prinsessen en het enige jongetje de koning op de troon.
Hij wilde niets zeggen en dat hoefde van ons ook niet.
Hij zat het hele stuk heerlijk ongegeneerd belangrijk te zijn op zijn troon.
Die troon, daar wil ik ook wel eens op zitten.
Als minzame koningin zorg ik goed voor mijn onderdanen.
Aan wie boos is geef ik wat geduld,
aan de ongelukkige wat geluk,
van wie teveel heeft neem ik wat af,
wie wat te weinig heeft, krijgt er wat bij,
wie veel verdriet heeft, krijgt een beetje blijdschap,
wie bang is een beetje moed,
de ongedurige krijgt een beetje rust,
de twijfelaar een beetje zakelijkheid,
de romanticus mag blijven zoals ie is
en aan wie tevreden is doe ik niets,
wie zich verveelt krijgt een mooie opdracht
en de verwarden krijgen een beetje duidelijkheid.
Zo stelde ik me vroeger voor hoe God met ons bezig was.
En om met bepaalde filosofen te spreken:
Je kunt niet bewijzen dat God is en je kunt ook niet bewijzen dat hij niet is.
Zo is het ook met sprookjes, ze zijn waar en niet waar.
Daar heb ik wel vrede mee…
en de verkiezingen komen er aan dus… wie weet.