hansvanderlijke.nl

Dat mensen op zoek moeten naar de vermisten.
Dat ze mensen op moeten graven en aan de hand
van kleding moeten herkennen wie de persoon is of
mogelijk kan zijn.
Hartverscheurende taferelen.
En ik vraag mij af of ik zou weten wat iemand die
dag aan had.
Ik let daar eigenlijk niet zo op.
Iemand is gewoon die hij is en het is niet nodig
om dat te bewijzen aan de hand van kledingstukken,
schoenen of laarzen.
Soms heb ik dat ook met berichten van vermiste kinderen.
Om dan te moeten beschrijven hoe iemand er uit ziet.
Wat hij aan had, waar hij voor het laatste was.
Het zou in mijn geval een vaag verhaal zijn, denk ik.
Maar misschien is dat helemaal niet zo en weet je
die dingen gewoon wanneer je ze moet weten.
Kun je iemand heel goed beschrijven en allerlei
uiterlijke kenmerken benoemen.
Zo zou ik bij kleindochter heel goed na moeten denken
over de kleur van het haar.
Die wisselt nogal eens.
Ik zou voor mijn lief eerst eens de kapstok moeten bestuderen,
wat is er weg.
Welke schoenen, jas?
Muts, pet?
En dat allemaal tijdens de voor ons zo vrolijke paasdagen.
Die natuurlijk nu niet ineens minder vrolijk zijn geweest.
Maar nog steeds raak ik van slag bij wat ik hoor en lees.
En het kost mij meer moeite dan anders om me te
concentreren op wat ik zelf wil doen.
Net alsof het ietsje minder belangrijk is.
Alsof het er even niet toe doet wat ik wil.
Omdat er belangrijkere, ernstiger dingen gebeuren en
nog zullen gebeuren en gebeurd zijn.
Voor mij is het maar een valkuil en ik kan door.
Voor een ander is het een grafkuil en is het afgelopen.
(De Pinksterbloemen in ons grasveldje groeien hun eigen gangetje).

(Hans)
De aanvaller pleegt moord.
Is zeer ernstig gestoord.
Of wordt er toe gedwongen
bejubeld en bezongen.
En die er zich niet overgeeft
en daarom dus geen rechten heeft
is rijp voor de vernietiging.
Zijn land is slechts een hebbeding.