hansvanderlijke.nl

Soms trekt de zee zich ineens terug.
Nou ja niet ineens natuurlijk, het is dan eb.
Maar net als vloed is eb ook niet altijd hetzelfde.
Zo zien we hier rotsen verschijnen die we nog niet eerder zagen.
En de rotsen nodigen uit om er heen te gaan.
Waar anders het water klotst en botst, gebeurt er nu helemaal niets.
Niets meer dan een zachte ruis die de vloedlijn markeert.
Of eigenlijk de eb-lijn dan.
En de kale rotsen zijn ook niet kaal.
Er leunen mannen tegenaan.
Er zitten mannen op de rotsen.
En ze hebben het druk.
Er wordt veel gepraat.
Er worden veel gebaren gebruikt.
Waar hebben ze het over?
Wat zou ik er graag even tussen gaan staan en luisteren.
Gaat het over oorlog, economie, vroeger of nu?
De hoge prijzen, de surfers die nu niet kunnen surfen?
Er gaat af en toe iemand weg en er komt af en toe iemand bij.
Ze hebben geen haast.
Alle tijd.
Het is nog lang geen vloed en de vloed bereikt ‘hun’ rots misschien niet.
De vrouwen zie ik niet.
Sowieso zie ik geen vrouwen op straat ‘hangen’.
Niet in groepjes op bankjes zitten.
Niet in groepjes op het strand.
En ook geen ‘rots-vrouwen’.
Toch ben ik een beetje jaloers op die mannen.
Dat ze dit kunnen.
Uren op een rots hangen, rondhangen, praten over
weetikveelwat en daar vrede mee hebben.
Misschien moet ik hier wonen om het te kunnen?
Ik kan in ieder geval wel elke dag een kop koffie drinken
bij het bruine hokje met uitzicht op de ‘mannenrots’.
Het begin is er.

(Hans)
Land met dat heerlijke strand langs de zee.
Met om de rotsen dat eindeloos klotsen.
Ik neem die ruis als voorgoed met me mee.
Laat me bedolven door wildwaterwolven.
Hier wel die ruis- maar geen ach en geen wee.
Niet meer of minder dan kolkende golven.
Land met dat heerlijke strand langs de zee.