Ik wou nog snel even een stukje schrijven.
Snel want we gaan er een paar dagen op uit.
Snel want ik wil dan dat stukje uitprinten en meenemen>
Snel want dan kan mijn lief er een gedicht bij schrijven.
Snel want dat gaat allemaal niet zo snel.
Snel mee stoppen dus met dat snelle gesnel.
En de rust daalt weer neer in mijnhoofd.
Want wat is er mooier dan te doen wat je doet.
Dus zit ik wel achter de laptop en probeer vorm te geven
aan wat mij bezig houdt.
En zoals altijd is dat nogal wat.
Ook met de mooie, gezellig dagen en een tafel vol lieve mensen
schuiven beelden van raketten en gehavende huizen en mensen
voor de kerstboom en de vredig brandende kaarsjes.
Ons huis heeft scheuren maar dat zijn geen raketinslagen geweest.
De kaarsjes branden maar niet omdat er geen stroom is.
Iedereen heeft iets meegenomen maar dat was niet omdat
er anders niet genoeg geweest zou zijn.
We praten over gezellige dingen en af en toe over iets minder gezelligs.
Maar dat allemaal in vrede en veiligheid.
Met 11 ‘grote’ mensen 1 dreumes en 1 baby.
De baby ligt in zijn kerstmanpak als een kerstkind te slapen.
De dreumes dreumest rond in zijn semivolwassen kerstoutfit(je).
Wat wil een mens nog meer.
Vrede en veiligheid voor iedereen.
Uur na uur.
Dag na dag.
Week na week.
Maand na maand.
Jaar na jaar.
Pas dan kunnen we zeggen dat we als mensheid geslaagd zijn.
(Hans)
Tot je mij een kusje vraagt.
Laat ons zijn zoals we zijn.
Niet bij voorkeur al mishaagd.
Niet te groot en niet te klein.
Wel tevreden en geslaagd.
Ik Jan Klaassen- jij Catrijn
die me lief heeft en me daagt.
Laat het alsjeblieft zo zijn
dat je mij het zelfde vraagt.
Want wie waagt weet wat hij wil
en wie wil weet wat hij waagt.
En dus houd ik me weer stil
tot je mij een kusje vraagt.