hansvanderlijke.nl

Alvast een voorproefje van het reisverslag Orkney/Shetland eilanden.

Maandag 30 juli
We zijn na de rit Appingedam-IJmuiden, de boot IJmuiden-NewCastle en de rit New Castle-Aberdeen, in Aberdeen aangekomen.

Na een lange, beetje saaie autorit zijn we om een uur of drie in Aberdeen. Lang omdat ik me vergist heb in miles en kilometers, dus geen 244 km maar 244 miles wat 392 km is. Beetje saai omdat het landschap wel glooiend is hier en daar, ook wel geel van het koren, ook wel anders dan thuis maar niet anders genoeg.
In Aberdeen is het veel drukker is dan verwacht. Het onbekende, links rijden, veel rotondes waar je je fantasie op los moet laten om er een rotonde van te maken, (rotonde linksom, let op rechts!), zorgen voor stress en lief zijn naar elkaar om ongelukken en aanrijdingen te voorkomen.
Wij kunnen dat goed, stress en toch lief zijn, door onze manier van reizen hebben we daar onderhand wel ervaring mee.

Het hotel is in het centrum wat handig leek bij de boeking maar lastig is om te bereiken en de auto kwijt te raken. Het hotel heeft eigen parkeerplaatsen volgens de website. Klopt ook wel maar die moet je net kunnen vinden en er moet dan ook net nog een plaatsje zijn.
Wij vinden het niet (dat past bij ons) we vinden wel een parkeergarage waarvan ik toch wel even check wat de kosten daarvan zijn (dat past ook bij ons). De parkeerkosten vallen mee en een aardige meneer vertelt ons ook nog dat we ‘discount’ krijgen van het hotel. Goed genoeg dus om de auto mooi te laten staan tot de volgende dag.

Het hotel is een kruip-door-sluip-door-hotel, gangetjes, deuren, gangetjes en nog eens deuren. Hoe kom je er uit, als het nodig is. Zoals gewoonlijk zoeken we de nooduitgang voor ‘ je weet maar nooit wat er kan gebeuren’.

De kamer is prima, lekker ouderwets maar fijne bedden en aardig personeel.

We installeren ons even kort en gaan op pad want na een lange bootreis en een lange autorit mag en moet van ons de vakantie nu wel wat opleveren aan indrukken, foto’s en contact met de omgeving.

Op een pleintje zitten we een poosje op een bankje in de zon, er gebeurt van alles op het plein, daarvoor is het ook een plein. Mensen groot, klein, dik, dun, fit en gebrekkig lopen met of zonder doel het plein over. Af en toe ook een toerist, te herkennen aan een kanon van een fototoestel. Lijkt me niet fijn om zo’n groot toestel mee te slepen, die van mij is vrij klein en die vind ik soms al lastig.

Bij een winkel van het Leger des Heils zijn drie mensen, 2 fotografen en een regisseur (lijkt het) in de weer met bloempotten. Er worden potten bij de winkels in de buurt neergezet, daarna is er druk overleg, heen en weer geloop, veel telefooncontact, potten worden weer teruggehaald, verzameld, nog meer overleg enzovoort. Het wordt niet duidelijk wat de bedoeling is, uiteindelijk worden alle potten mee naar binnen genomen en wordt het stil op dat deel van het plein. Tijd om zelf ook maar eens verder te gaan. De rol van toeschouwer ligt mij wel, daar heb ik ervaring mee, altijd een beetje het gevoel er niet bij te horen, aan de kant te staan, observeren maar er niets mee kunnen, er over denken maar daar niets mee doen, niet meer dan op te schrijven wat ik zie maar tegelijkertijd denken, wie zou dat interesseren. Dat ik de enige ben, voelt als niet genoeg.

Maar goed het is vakantie, de zon schijnt, er liggen nog bijna drie weken voor ons met nieuwe ervaringen en tot nu toe is het goed gegaan. De boekingen kloppen, het links rijden valt mee, de rit is lang maar wel te doen. Er zijn bijna geen ‘services’ aan de grote weg, je moet er dan af en even afwachten hoe en hoever te rijden voor je veel te dure, slappe koffie met alleen zoetigheden kunt kopen. Dat hebben we dus wel 1 keer gedaan omdat we nog niet wisten wat een gedoe dat was en dat de koffie slecht was en er geen gezonde ‘dingen’ te krijgen waren.
Het begin is er, zowel van de vakantie als van dit verslag. Wordt vervolgd.