Ik betrap mij er op dat ik me wat vaker wat somber voel.
Nou is dat gevoel voor mij niet onbekend.
Het kan mij in alle jaargetijden overvallen.
Vroeger dacht ik dat het door gebrek aan licht kwam.
Een beetje winterdepressie, zoiets.
Ik heb daarvoor een lichtlamp.
Die heb ik tot nu toe nog niet gebruikt.
Dat komt omdat wij dagelijks op de middag lopen.
Dan is het licht ook al is het grijs en bewolkt, de
lichtintensiteit is vele malen hoger dan binnen, zelfs
vele malen hoger dan de daglichtlamp.
Dit jaar heb ik het ook in het voorjaar gehad en zelfs in de zomer.
Dus kan ik ook niet spreken over een beetje depressie
als de blaadjes vallen en als de blaadjes komen.
Want ook als de blaadjes volop aanwezig zijn en als
de blaadjes volop afwezig zijn, kan het me overvallen.
Dat vind ik trouwens twee uitdrukkingen:
betrappen en overvallen, die op mij nogal agressief overkomen.
Niet helpend om een beetje depressieve gevoelens te verzachten.
Wat dan wel helpt?
Dat is bij mijn heel verschillend.
Wat soms helpt is een goed verhaal lezen.
Een foto maken die precies laat zien wat ik zie.
Een vioolconcert luisteren.
Een fietstocht maken.
De wandelingen van de dag.
Dat de zon ineens gaat schijnen.
Dat we aan de praat komen over iets wat belangrijk is.
Of dat we ‘zomaar’ aan een biertje zitten.
Soms is het alledrie tegelijk.
Dan zitten we in de zon over iets belangrijks te praten met een biertje erbij.
Daarna voel ik me vrolijk, tevreden en licht.
Vrolijk door de zon.
Tevreden over het gesprek.
Licht in het hoofd door het biertje.
Ik kies dus voor alledrie.
Maar om te voorkomen dat ik depri, aan de drank en wartaal uit ga slaan,
moet ik vanaf morgen misschien de lichtlamp maar gaan gebruiken.
Ik denk er nog even over.
(Hans)
Depressies komen met de westenwind.
Met windvlagen en vegen.
Met stortvloed en met regen.
Met alles wat je even niet zo zint.
Depressies dwarrelen als door je brein
en wapperen als wasgoed aan de lijn.