hansvanderlijke.nl

En dat we dan aan de kant van een weggetje broodjes pindakaas zitten te eten,
is niet zo bijzonder als je veel wandelt en fietst.
Nou is dat af en toe bepaald geen straf.
Op ‘ons’ plekje hebben we zicht op een grasveldje.
Er staat een soort van hokje.
Eigenlijk is het meer een bouwwerkje van gaas.
Er zijn ook twee konijnen.
De ene zit in het gazen hok, de andere huppelt in het rond.
Uit zijn of haar huppelgedrag kan ik niet opmaken of het vrolijk rondhuppelen is
of een beetje verwilderd heen en weer huppelen.
Het vrije konijn weet niet goed wat hij of zij met de vrijheid aan moet.
Ten minste zo ziet het er uit.
Omdat hij of zij rond het gazen hok huppelt
en er vervolgens heel hard vandoor gaat.
Overal even rondsnuffelt maar zonder plan.
Het andere konijn probeert ook uit het hok te komen.
Tenminste zo ziet het er uit.
Hij of zij graaft druk in een van de hoeken,
stopt daar abrupt mee, huppelt een paar rondjes in het hok
en snuffelt aan het gaas.
Dit alles duurt veel langer dan twee broodjes pindakaas eten
en een paar slokken water drinken.
En terwijl we onze wandeling vervolgen denk ik nog steeds aan de konijnen.
Wie van de twee ik zou zijn.
Had ik de vrijheid opgezocht en wist ik niet hoe verder?
Of bleef ik achter in het vertrouwde hok maar wist ik ook niet hoe verder?
En dan ook nog: wilden de twee bij elkaar blijven of wisten ze dat niet zeker.
Gelukkig ben ik geen konijn.
En zoek ik af en toe de vrijheid op en blijf ik af en toe in mijn vertrouwde omgeving.
En ik wil nog steeds bij elkaar blijven, dat weet ik zeker.

(Hans)

Van alles wat ik wel zou willen zijn….
maar niet zo’n arm en vetgemest konijn.
Reeds halfweg in het eerste levensjaar
al meer dan mollig en al kant en klaar.
Een schoonheid die dan ruw en onverschrokken
de zalig zachte pels wordt uitgetrokken.
Voor hem of haar geen leven meer- geen haver.
Wat rest oogt als een uitgekleed kadaver.