hansvanderlijke.nl

Molens en kerkjes, in bijna elk dorp waren ze wel te vinden.
In de meeste dorpen en dorpjes zijn de kerken en kerkjes
wel bewaard gebleven.
Met molens is dat anders.
Die zijn er veel minder.
Misschien omdat de functie van de molens eerder verdween
dan de functie van kerken.
Ook al ga ik niet naar de kerk om te kerken maar alleen nog
om ze van buiten en het liefst van binnen te bekijken.
Waarbij de kleine kerkjes mijn voorkeur hebben.
Die zijn niet protserig en ik kan me daar beter
bij voorstellen dat het om het belijden van geloof gaat en ging
dan om groot vertoon van eer voor iets of iemand die dat volgens mij
helemaal niet zo heeft bedoeld.
De molens kunnen me niet groot genoeg zijn.
Hoewel een klein schattig molentje ook mijn aandacht trekt,
zie ik het liefst hoge, grote, robuuste molens.
Molens waarvan je je kunt voorstellen dat ze een behoorlijke
functie hebben of hebben gehad als het om eten ging.
Als ik molen mocht zijn dan inderdaad groot en robuust.
En als ik kerk mocht zijn dan klein en bescheiden.
En zoals ik ze beiden zag met hun ‘kopjes’ uitsteken
boven de dijk (in Ditzum) zo gezellig naast elkaar dan
heeft dat voor mij iets extra’s.
Dan doen hun functies er niet toe.
Ze lijken het helemaal met elkaar eens te zijn en
bezien de wereld vanuit hetzelfde perspectief.
Een beetje zoals het zou moeten zijn:
Ook als je verschillende functies hebt, kun je samen verder komen
dan alleen.
En wij lopen daar en nee toen nog niet met Dudley of Eunice maar
wij met z’n tweeën maar het waaide wel en het
was ook koud.
Dus waren we blij dat het kerkje in Pogum open was
en daar binnen was het lekker warm zodat
we weer helemaal klaar waren voor de terugtocht.

(Hans)
De kerk en ik.
Niet om er iets te belijden.
Wel om de serene rust.
Niet om er breed uit te weiden.
Wel vervuld met levenslust.
Wel naar al die fraaie kerken.
Heel gewoon om er te zijn.
Om er mijn gemoed te sterken.
Als het kon met klare wijn.