hansvanderlijke.nl

Een huis, zolder, koffer, nu ook een vrachtwagen vol spullen.
Dingen die stuk zijn, oud, nieuw, waardevol, waardeloos, hebbedingetjes, groot, klein, duur, goedkoop, mooi, lelijk en alles er tussenin en allemaal voor mij.
Ik voel me de koning te rijk met al die spullen.
Ik bekijk ze één voor één, bepaal of ik het wil houden, wat ik er mee zal doen.
Soms is er herkenning van iets van vroeger.
Soms is het iets wat ik al heel lang heel graag wil hebben maar nooit heb gehad.
Al die spullen.
Ik hoef ze alleen maar uit te zoeken.
Ik
mag ze uitzoeken.
Zo’n rijk gevoel, zo heerlijk, zo machtig, zo mooi,
zo alles dat ik er nauwelijks woorden voor vind.
Maar zo jammer dat er een ondertoon is van: is dit allemaal wel van mij?
Nooit in de droom wordt het opgeeist door iemand anders,
toch blijft de gedachte dat dat zou kunnen gebeuren aanwezig.

Hoe heb je geslapen, vraagt Hans.
Als een bos rozen, zeg ik.
En dan vertel ik hem mijn droom en wat ik er bij voel.
Hans zegt:

Wie van dromen niets wil weten, heeft na het ontwaken niets.
Wie ze niet meer kan vergeten heeft dan nog tenminste iets.

Dat brengt me weer terug naar het heerlijke gevoel dat ik een keuze heb.
Zoals op een mistige wandeling er ineens een helder beeld kan opduiken.