hansvanderlijke.nl

Zo de wind waait zo gaan onze voetstappen.
Ik kijk altijd even naar de windwijzer van de buren om te
bepalen waar de wind vandaan komt en hoe wij dan ons rondje
gaan lopen.
Rechtsom of linksom, buitenom of binnendoor.
Dat laatste heeft weer te maken met hoe hard de wind waait.
Want al lopen we graag, we houden niet van teveel wind.
Misschien is dat een beetje ouderdom ofwel het wat milder worden
naar je lijf en leden.
Het hoeft niet allemaal meer van ‘dik hout zaagt’ of
‘het onderste uit de kan’ of zoiets dan want ik denk dat deze gezegden
niet zeggen wat ik bedoel.
Ik bedoel eigenlijk dat we het heel wat rustiger aan doen dan een paar jaar geleden.
Ik kan er nog geen bijpassende gezegde voor vinden.
Zo gingen we gisteren een rondje binnendoor doen want het
waaide toch weer wel en daardoor voelde het ook koud aan,
hoewel het nog steeds te warm is voor de tijd van het jaar.
De natuur is ongeveer drie weken vroeger dan ‘normaal’ en daar
is dan discussie over want welk normaal wordt hier bedoeld?
Honderd jaar geleden, vijftig jaar geleden?
Het is mij in ieder geval wel duidelijk dat de opwarming maar doorgaat
en dat dat niet natuurlijk is.
Dat doen ‘wij’ met z’n allen.
Dus wij wandelen binnendoor en langs het water is ook altijd van alles te zien.
We zien de laatste tijd al weer veel eenden bij elkaar.
Soms in groepjes maar ook behoorlijk veel paartjes.
Maar misschien vielen ze me vandaag extra op vanwege Valentijn.
Hoewel ik niets aan Valentijn doe en ook niets in de brievenbus of mail,
of app voorbij heb zien komen.
Wel de tweetallen overal.
Maar ook een grote, vreemde eend die ‘iedereen’ uit zijn buurt wilde hebben.
Ruimte zat zou je denken maar dat was voor hem (of haar) niet genoeg.
Alle eenden moesten ver weg.
Wat lijkt me dat vermoeiend om de hele tijd bezig te zijn met het
verjagen van soortgenoten en het najagen van eigen ruimte.
De eend werd er ook moe van, uiteindelijk zocht hij (of zij)
een plekje in het riet en hij (of zij) was zelfs te moe om voor mij
weg te vluchten.
Vreemde eend.

(Hans)
Ik ben een taaie oude eend.
Dat taaie heb ik ooit geleend
of zogezegd verworven.
Zo dartel ik hier door de tijd
op zoek naar zin en zaligheid.
Vermoeid – maar onbedorven.