Sommige dagen lopen een beetje anders dan gepland.
Dit was zo’n dag.
Niet dat we niet vroeg uit bed waren, dat waren we zeker wel.
De tijd van opstaan is vervroegd want het wordt immers ook al vroeg licht.
Dus plukken we de dag en na de krant en het ontbijt gaan we aan de slag.
Er moet worden gepoetst en er liggen al weken drie klusjes op ons te wachten.
De materialen heb ik op afspraak gekocht en gehaald en die liggen al die tijd te drenzen in een hoekje( = aanhoudend zeuren, huilerig klagen, huilerig zeuren, jengelen, lastig zijn door zeurderig klagen, neuzelen, plagen, pruilen, temen, treiteren, zaniken, zeuren).
In ieder geval gingen we aan de klus en eerlijk gezegd is de handigheid wat afgenomen.
Heen en weer lopend naar de schuur om het gereedschap te halen, terug te brengen, andere mee terug te nemen, heb ik denk ik onze normale wandelafstand wel afgelegd.
Ondertussen honderd redenen bedenken waarom we dit soort dingen beter kunnen uitbesteden.
Maar iets in ons wil dat we bepaalde eenvoudige dingen toch echt zelf moeten blijven doen om de handigheid te behouden.
Daar zijn we het wel over eens, dus er vallen geen verwijten over en weer.
Wel een gezamenlijk zuchten, steunen, kreunen wat doet denken aan andere tijden en andere bezigheden.
Ondertussen vallen de maartse buien uit de lucht met hagelstenen als om te demonstreren dat wij onze tijd vandaag goed besteden.
Of alles gelukt is?
Zeker!
Of we binnenkort weer een klus oppakken?
Alleen als het niet anders kan.